Het Brusselse parlement heeft onlangs een nieuwe verordening goedgekeurd die het Woningcode wijzigt, met aanzienlijke gevolgen voor huurders en verhuurders.
Volgens minister van Huisvesting, Nawal Ben Hamou, richt deze hervorming, voortkomend uit een diepgaande en consultatieve analyse, zich specifiek op het aanpakken van precaire situaties.
Het adresseert bestaande juridische lacunes die vaak tot conflicten leiden, om zo de rechten van huurders beter te beschermen.
1. Huurwaarborg
De eerste maatregel betreft alle huurders: de huurwaarborg mag niet meer dan 2 maanden huur bedragen, exclusief kosten. Bovendien moet de verhuurder deze binnen 2 maanden na het vertrek van de huurder teruggeven.
Zo niet, dan moet de verhuurder een extra 10% van de maandelijkse huur per maand vertraging betalen. Het bedrag moet op een bankrekening worden gestort.
2. Transparantie
Een verhuurder die een kortlopend huurcontract (3 jaar) aanbiedt, moet de laatst gehanteerde huurprijs aan de nieuwe huurder meedelen.
Hij mag dit bedrag niet verhogen, tenzij hij een langdurig contract aanbiedt. Alleen indexatie van huur van het ene naar het andere contract is mogelijk.
Kortlopende huurcontracten mogen bovendien niet meer dan één keer worden verlengd. Huurcontracten voor studenten zijn niet onderworpen aan deze regel.
3. Renovatiewerkzaamheden en huurverhogingen
De nieuwe tekst wil ook een kader bieden voor huurverhogingen die worden aangevraagd na energierenovatiewerkzaamheden.
Als de verhuurder werkzaamheden wil uitvoeren en de huurder daarvan in kennis stelt, heeft hij maximaal 2 maanden de tijd om de huurder een bouwvergunning, een gedetailleerde kostenraming, een beschrijving van de werkzaamheden en een gedetailleerde kostenraming of een aannemerscontract te verstrekken.
Als de huurder dit niet doet, kan hij vragen om de opzegtermijn te annuleren.
4. Huisdieren toegestaan
Het zal niet langer mogelijk zijn om een huurder te weigeren vanwege zijn huisdier.
5. Fouten met betrekking tot servicekosten
Fouten in de afrekening en verantwoording van kosten kunnen binnen twee jaar na kennisgeving aan de verhuurder of huurder worden opgeëist.
Als de fout in het voordeel van de verhuurder is, kan de verhuurder het bedrag op 5 jaar na opeisen.
Er is geen limiet als de huurder voordeel heeft van de fout. Hij kan het bedrag opeisen voor de volledige duur van de fout.
6. Onroerendezaakbelasting en kinderen
Eigenaars van een woning waar twee kinderen wonen, genieten een vermindering van hun roerende voorheffing, zelfs als de bewoners huurders zijn.
Huurders van wie de gezinssamenstelling overeenstemt met deze vermindering, kunnen een aanvraag indienen bij hun verhuurder, die vervolgens de vermindering van hun roerende voorheffing moet aanvragen en betalen aan de huurder.
7. Slecht betalende verhuurders
93% van de huurgeschillen wordt ingeleid door de verhuurder. En slechts 50% van de huurders verschijnt op hoorzittingen voor dit soort zaken.
Huurders die een klacht indienen bij de Regionale Inspectiedienst Huisvesting (DIRL) worden beschermd voor de duur van de procedure.
Als de verhuurder na de klacht een huuropzegging indient, wordt de opzegging opgeschort totdat de DIRL een beslissing heeft genomen. Als de woning conform wordt bevonden, wordt de opzegtermijn weer van kracht.
8. Verbod op herverhuur
Een verhuurder die door de DIRL in gebreke is gesteld om werkzaamheden uit te voeren om zijn eigendom aan de normen te laten voldoen, kan zijn eigendom niet meer opnieuw verhuren zonder een certificaat van overeenstemming dat door de DIRL is afgegeven.
9. Ongeoorloofde uitzettingen
Niet-toegestane uitzettingen vertegenwoordigen een derde van alle uitzettingen. Ze zullen strenger worden bestraft: verhuurders kunnen tot 18 maanden huur moeten betalen aan huurders die zonder uitzettingsbevel worden uitgezet.
Bovendien kan de verhuurder nog steeds gerechtelijke stappen ondernemen tegen de huurder zolang deze geen toegang heeft gekregen tot de woning. Er kan ook een dagelijkse boete worden opgelegd tot de huurder terugkeert naar de woning.
10. Verzekering
Ten slotte zullen huurders voortaan verplicht zijn om een brand- en waterschadeverzekering af te sluiten wanneer ze een woning in het Brussels Gewest betrekken.