Het Brussels Parlement heeft onlangs belangrijke wijzigingen aangenomen in de Brusselse Huisvestingscode (BHC), die op 1 november 2024 in werking zullen treden.
Deze veranderingen betreffen verschillende aspecten van residentiële huurcontracten, met aanzienlijke gevolgen voor verhuurders en huurders. Hier is een overzicht van de belangrijkste wijzigingen die vanaf nu in acht moeten worden genomen.
Een van de belangrijkste nieuwigheden betreft de duur van hoofdverblijfplaats-huurcontracten van korte duur, gedefinieerd als huurcontracten met een duur van drie jaar of minder.
Vanaf 1 november 2024 kunnen deze huurcontracten slechts één keer worden verlengd.
Als de partijen na deze eerste verlenging besluiten het huurcontract te vernieuwen, wordt het automatisch omgezet in een huurcontract van negen jaar, met terugwerkende kracht vanaf de ingangsdatum van het oorspronkelijke huurcontract.
Daarom is het voor een verhuurder met een huurder wiens korte termijn huurcontract bijna aan zijn eerste verlenging toe is, essentieel om drie maanden voor het einde van deze verlenging een opzegging te betekenen om te voorkomen dat het huurcontract wordt omgezet in een lange termijn huurcontract. Als de huurder zijn tweede verlenging ingaat, zal het huurcontract automatisch als een huurcontract van negen jaar worden beschouwd volgens de BHC.
De nieuwe bepalingen versterken ook de huurprijsregulering voor huurcontracten van korte duur. Elke huurverhoging, behalve indexering, blijft verboden tussen twee huurcontracten van korte duur. Voortaan moet elk huurcontract het huurbedrag vermelden dat van toepassing was op de vorige huurder, op straffe van een boete die kan oplopen tot 200 euro.
Deze regel betekent dat, als de verhuurder heeft nagelaten de indexering door te voeren, het laatste niet-geïndexeerde bedrag moet worden vermeld. Deze bepaling is niet van toepassing op huurcontracten van negen jaar.
In Brussel mag de huurwaarborg voortaan niet meer dan twee maanden huur bedragen (exclusief kosten). Bovendien is de mogelijkheid om een extra borgsom te vragen afgeschaft. Het bedrag van de huurwaarborg mag niet langer contant worden overhandigd om elk geschil over het betalingsbewijs te vermijden. De verhuurder is verplicht deze waarborg binnen twee maanden na het vertrek van de huurder terug te betalen, tenzij er een geschil is.
Als het pand een appartement is, kan deze termijn worden verlengd tot de ontvangst van de rekeningen van de syndicus. Bij vertraging in de teruggave van de waarborg zal een vergoeding van 10% van de maandelijkse huur per maand vertraging worden toegepast.
De nieuwe verordening introduceert ook bepalingen met betrekking tot het houden van huisdieren in gehuurde panden. Voortaan wordt elke clausule die het houden van dieren eenvoudigweg verbiedt, als ongeschreven beschouwd, tenzij er redelijke gronden zijn om dit verbod te rechtvaardigen.
Het houden van dieren kan echter worden onderworpen aan de afwezigheid van overlast of agressiviteit, en de verhuurder kan het aantal of de soorten toegestane dieren beperken.
Deze wijzigingen in de Brusselse Huisvestingscode zijn bedoeld om huurders beter te beschermen en de verplichtingen van verhuurders te verduidelijken.
Het is van essentieel belang voor verhuurders om aan deze nieuwe regels te voldoen, vooral met betrekking tot de behandeling van korte termijn huurcontracten, huurprijsregulering en huurwaarborg, om boetes te vermijden.
Voor meer details kunt u de verordening van 4 april 2024 raadplegen, die vanaf 1 november 2024 zal worden toegepast.
Heeft u vastgoedadvies nodig?
Onze makelaars, die de markt al jarenlang kennen, staan klaar om u te helpen. Maak nu een afspraak voor een vrijblijvend gesprek.
info@victoire.be
02 375 10 10
Lees meer